Jonge groene spechten hebben, zoals je op de foto kunt zien, een rood petje op.
Deze specht heeft pech en is vast komen te zitten in een net. Gelukkig hebben we oplettende leden die de vogels bevrijden als dit gebeurt.
Jonge groene spechten hebben, zoals je op de foto kunt zien, een rood petje op.
Deze specht heeft pech en is vast komen te zitten in een net. Gelukkig hebben we oplettende leden die de vogels bevrijden als dit gebeurt.
De haas lijkt oppervlakkig wel een beetje op het konijn, maar heeft grotere oren en langere ledematen. Het is een op de tuin met wisselend plezier geziene gast. De haas kan zich door zijn lange lichaam ver uitstekken, om zo hoog mogelijk aan de bast van jonge fruitboompjes te knabbelen.
Voorkomen
Een vrij schaarse standvlinder die vooral in de zuidelijke helft van het land wordt waargenomen. De laatste jaren komen er ook steeds meer meldingen uit de rest van Nederland, tot aan de Waddeneilanden toe. Het aantal exemplaren per jaar wisselt.
Habitat
Diverse biotopen, waaronder ruderale terreinen en kruidenrijke graslanden.
Waardplanten
Vooral peen (ook de gecultiveerde vorm); daarnaast ook andere schermbloemigen, zoals bevernel, engelwortel, pastinaak en venkel.
Er komen veel verschillende soorten mezen voor op de tuin.
Op de linker foto zien we koolmezen en een pimpelmees samen aan de pinda-cake, op de rechter foto een koolmees en een staartmees.
De kool- en pimpelmezen zijn holen-broeders, of broeden in nestkasten.
Het koolwitje (Pieris rapae of brassicae) dankt zijn naam aan de kool die ze verkozen hebben tot lievelingshabitat. Vroeg in het jaar komt hij ook voor op judaspenning en herderstasje, om zich later naar de kool te verspreiden.
De rupsen van het groot koolwitje voeden zich vooral met de buitenste koolbladeren en verorberen systematisch het bladgroen, enkel de zware nerven blijven over.
Remedie:
Door de koolplanten af te dekken met vliesdoek kun je het leggen van de eitjes voorkomen.
Voorkomen
Een algemene standvlinder die verspreid over het hele land voorkomt. In de tweede helft van de twintigste eeuw heeft deze soort zich vanuit het oosten en zuiden over het hele land uitgebreid, tot op de Waddeneilanden toe.
Habitat
Ruigten en graslanden in de buurt van vochtige bossen, heggen en houtwallen, open plekken in het bos en bosranden; ook tuinen en parken.
Waardplanten
Grote brandnetel.